DNS staat voor Domain Name System en is een systeem dat gebruikt wordt om domeinnamen om te zetten naar IP-adressen. Het bestaat uit verschillende onderdelen die samenwerken om deze vertaling mogelijk te maken.
Root nameservers: Dit zijn de eerste servers waarop een DNS-query binnenkomt. De root nameservers beheren de hoogste laag van de DNS-structuur en hebben informatie over alle top-level domeinen, zoals .com, .org, enz.
Top-level Domain (TLD) nameservers: Dit zijn de servers die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de domeinnamen in een bepaald top-level domein, zoals .com of .org.
Authoritative nameservers: Dit zijn de servers die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de DNS-records voor een bepaalde domeinnaam. Elke domeinnaam heeft minimaal twee authoritative nameservers die de DNS-records voor die domeinnaam beheren.
DNS-resolver: Dit is de software die op de computer van een gebruiker draait en verantwoordelijk is voor het vertalen van de domeinnaam naar het IP-adres. De DNS-resolver ontvangt een query van de gebruiker, raadpleegt de DNS-records van de authoritative nameservers en retourneert het IP-adres van de gevraagde domeinnaam.
Naast deze onderdelen zijn er nog andere DNS-records die informatie bevatten over verschillende aspecten van de domeinnaam, zoals mail servers, subdomeinen en alias records. Samen zorgen al deze onderdelen ervoor dat het internet goed werkt en dat domeinnamen snel en efficiënt vertaald worden naar IP-adressen.